De bescherming van de consument/reiziger vindt men onder meer terug in de verplichting opgelegd aan doorverkopers en reisorganisatoren (van pakketreizen) zich te verzekeren tegen faillissement. Gaat de organisator of doorverkoper failliet of kan ten gevolge van insolventie het reispakket niet worden uitgevoerd is de reiziger, die over een pakketreisovereenkomst beschikt, verzekerd van terugbetaling van de door hem betaalde bedragen. Dit is één van de grootste troeven en een onbetwiste meerwaarde van het georganiseerde toerisme. Slechts een beperkt aantal verzekeraars bieden in België deze (niche)polis aan.
De Wet Pakketreizen heeft recent, bij wet van 5 juni 2023 (verschenen in het Belgisch Staatsblad op 9 augustus 2023) een wijziging ondergaan, waarbij deze verzekeringsplicht als “zekerheid” nu wettelijk verankerd is in artikel 60.
De Europese Richtlijn (2015/2302), waarvan de Wet Pakketreizen de omzetting is, voorziet die “zekerheid” in artikel 17 waarbij de lidstaten ervoor zorgen “dat op hun grondgebied gevestigde organisatoren zekerheid stellen voor de terugbetaling van alle reeds door of namens reizigers betaalde bedragen voor zover de desbetreffende diensten als gevolg van de insolventie van deze organisatoren niet worden verricht”
België (evenals de ons omringende landen) heeft van in den beginne ervoor geopteerd deze zekerheid te bieden in de vorm van een verplichte verzekering insolventie, conform het uitvoerings-KB van 29 mei 2018.
Nu wordt die verzekeringsplicht dus opgenomen in de Wet Pakketreizen zelf. Nieuw daarbij is dat de verzekeraar het totale bedrag waarvoor hij dient tussen te komen en uit te betalen, kan beperken. In het nieuwe artikel 60/1 wordt namelijk “een plafond” voorzien, waarbij de Belgische Staat zal tussenkomen voor de verschuldigde bedragen die dat overstijgen. Deze staatstussenkomst zal op haar beurt worden gefinancierd door de betrokken verzekeraars via een jaarlijkse anticiperende bijdrage aan een op te richten fonds.
De parameters die deze bijdragen zullen bepalen (op basis van het incasso aan premies), zijn opgenomen onder artikel 60/1 Wet Pakketreizen.
Belangrijk is dat de reiziger beschermd is en blijft en dus op de verzekeringsprestaties kan blijven rekenen in geval van insolventie. Enerzijds worden in dit nieuwe systeem, via de oprichting van een fonds, de lasten gedeeld tussen de verzekeraar en de Belgische staat. Anderzijds blijft de verzekeraar hét aanspreekpunt voor de benadeelde reiziger. De verzekeraar die uitkeert boven het aangegeven plafond, heeft een subrogatievordering ten aanzien van de Belgische Staat.
Het is nog even afwachten hoe deze wetswijziging die ingaat met terugwerkende kracht op 1 januari 2023, bij de verzekeraars zal worden onthaald en/of, door deze aanpassing, de interesse in het aanbieden van zulke niche-polis zal toenemen in de verzekeringsmarkt.
Voor meer inlichtingen en informatie rond dit onderwerp, kan u contact opnemen met mr. Jan Van Bellinghen.