De economische fall-out van de huidige gezondheidscrisis heeft helaas tot gevolg dat het insolventierecht zeer prominent aanwezig is in de actualiteit.
Indien u als bestuurder van een BV of een NV geconfronteerd wordt met het faillissement van uw onderneming, bestaat het risico dat de aangestelde curator uw aansprakelijkheid zal trachten te weerhouden.
De maatstaf volgens dewelke deze bijzondere faillissementsaansprakelijkheid wordt beoordeeld, is die van de “kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement”.
Het gaat met name over een fout die een redelijk voorzichtig en vooruitziend bestuurder niet zou hebben gemaakt.
Het laatste decennium zien we een verruiming van het toepassingsgebied van deze bijzondere bestuurdersaansprakelijkheid enerzijds en een meer strikte toepassing ervan in de rechtspraak anderzijds.
Met name wordt de niet-naleving van de zogenaamde alarmbelprocedure door curatoren en de rechtspraak vaak weerhouden als kennelijk grove fout.
Het wetboek van vennootschappen en verenigingen (art. 5:153 voor de BV en art. 7:228 voor de NV) bepaalt dat wanneer het eigen vermogen negatief dreigt te worden of is geworden, het bestuursorgaan de algemene vergadering moet oproepen tot een vergadering, te houden binnen twee maanden na de datum waarop deze toestand werd vastgesteld of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten worden vastgesteld om te besluiten over de ontbinding van de vennootschap of over in de agenda aangekondigde maatregelen om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren.
Tenzij het bestuursorgaan de ontbinding van de vennootschap voorstelt, zet het in een bijzonder verslag uiteen welke maatregelen het voorstelt om de continuïteit van de vennootschap te vrijwaren. Dat verslag wordt in de agenda vermeld.
Wanneer het verslag bedoeld in het tweede lid ontbreekt, is het besluit van de algemene vergadering nietig.
Deze werkwijze dient evenzeer te worden gevolgd wanneer het bestuursorgaan vaststelt dat het niet langer vaststaat dat de vennootschap, volgens redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, in staat zal zijn om gedurende minstens de twaalf volgende maanden haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden.
Is de algemene vergadering niet overeenkomstig deze artikelen bijeengeroepen, dan wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht uit het ontbreken van een bijeenroeping voort te vloeien.
Deze sanctie is bijzonder verregaand gelet op de omkering van de bewijslast ten nadele van de bestuurder(s) daar waar deze vroeger bij de curator of de individuele schuldeiser lag.
Bovendien kan de door derden geleden schade in principe het volledig passief van de vennootschap omvatten.
In ondernemingen in moeilijkheden zijn bestuurders al te vaak bezig met te redden wat er te redden valt zodat deze wettelijk voorziene alarmbelprocedure gemakkelijk uit het oog verloren wordt.
Voorzichtigheid is dus geboden.