De ene schorsing van de arbeidsovereenkomst is de andere niet

09 april 2020 | Bram Nelis | Arbeid & sociale zaken

De uitvoering van de arbeidsovereenkomst van werknemers wordt regelmatig geschorst.  Dit wil zeggen dat de overeenkomst blijft bestaan, maar partijen tijdelijk bevrijd zijn van hun verplichtingen tegenover elkaar: de werknemer moet niet komen werken en de werkgever moet – tenzij de wet anders voorziet – geen loon betalen.

Zo is de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bijvoorbeeld geschorst indien de werknemer vakantie neemt (de werkgever is dan geen loon maar wel vakantiegeld verschuldigd) of arbeidsongeschikt is wegens ziekte (de werkgever is dan geen loon maar wel – gedurende een bepaalde periode – gewaarborgd loon verschuldigd).

Twee schorsingsgronden zijn in deze (corona)tijden brandend actueel: de schorsing wegens overmacht en de schorsing ingevolge gebrek aan werk wegens economische oorzaken.

De gevolgen van de schorsing op deze twee gronden lijken op het eerste gezicht erg op elkaar (de werkgever is in geen van de twee gevallen loon verschuldigd), maar er zijn toch twee belangrijke verschillen op het vlak van opzegging van de arbeidsovereenkomst.

De ene schorsing van de arbeidsovereenkomst is de andere niet

Zo bepaalt de arbeidsovereenkomstenwet uitdrukkelijk dat de werknemer het recht heeft de overeenkomst zonder opzegging te beëindigen gedurende de periodes van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, en dat bij opzegging door de werkgever gegeven vóór of tijdens die schorsing, de opzeggingstermijn ophoudt te lopen tijdens de schorsing.

Gelijkaardige bepalingen zijn er niet voor periodes van schorsing wegens overmacht. Dit betekent dat bij een schorsing wegens overmacht de werknemer niet het recht heeft om de overeenkomst te beëindigen zonder opzegging en dat bij opzegging door de werkgever de opzeggingstermijn niet ophoudt te lopen tijdens de schorsing.

Dit heeft des te meer zijn belang, nu de RVA (vanaf 13 maart 2020 en voor de volledige duur van de regeringsmaatregelen) het begrip overmacht zeer ruim interpreteert en alle situaties van tijdelijke werkloosheid door het coronavirus beschouwt als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

 

Voor meer inlichten en informatie rond dit onderwerp, kan u contact opnemen met mr. Bram Nelis.

Terug naar overzicht

Tillid advocaten gebruikt cookies om uw surfervaring gemakkelijker te maken en voor analysedoeleinden.  Door verder gebruik te maken van deze website gaat u hiermee akkoord.

Meer info